Zienswijzen van ‘belanghebbenden’
De overheid is soms verplicht om aan anderen te vragen wat zij ervan vinden als bepaalde informatie openbaar wordt. Wat betekent dat voor jou als verzoeker?
Zienswijze, best belangrijk
Soms gaat overheidsinformatie die jij hebt opgevraagd over andere personen of bedrijven. De overheid moet deze personen dan vragen of zij er problemen mee hebben als de informatie openbaar wordt.1Deze verplichting tot het vragen van zienswijzen van belanghebbenden volgt uit artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze personen worden ‘belanghebbenden’ genoemd.2Vaak hebben overheidsinstanties al veel langer een werkrelatie met deze belanghebbenden dan met jou. Graag willen ze deze relaties goed houden en dat kan meewegen in wat ze openbaar maken. Het is natuurlijk belangrijk dat de overheid zorgvuldig met informatie van en over anderen omgaat. Dat zou jij zelf ook willen.
De overheid geeft deze personen of bedrijven een aantal weken de tijd om hun mening over de openbaarheid te geven. Die mening wordt ‘zienswijze’ genoemd. Standaard geeft de overheid twee weken de tijd hiervoor.3Als het om veel of ingewikkelde stukken gaat soms drie of vier weken, of een nog langere termijn die de overheid in overleg met de belanghebbenden ‘redelijk’ vindt.
In de wet staat dat overheden na afloop van deze periode een besluit moeten nemen. Ook als de zienswijzen van belanghebbenden dan nog niet zijn binnengekomen. In de praktijk doen overheden dat vaak niet en wachten ze toch tot de zienswijzen binnen zijn.4Ook nemen ze vaak nog extra tijd om de zienswijzen te bestuderen of daarover met de belanghebbenden te beraadslagen.
Zienswijzen niet zomaar volgen
De overheid moet jou als verzoeker informeren als ze om zienswijzen gaan vragen. Dat betekent namelijk meestal dat het langer gaat duren voordat je de documenten krijgt. Ze moeten je ook weer laten weten als de zienswijzen binnen zijn. In de praktijk doen veel overheden dit niet.
De overheid mag niet zomaar doen wat de belanghebbenden willen. Overheden moeten zelf beslissen of de belanghebbenden gelijk hebben. Soms besluit de overheid om de mening van een belanghebbende niet te volgen en de informatie toch openbaar te maken.
Gedoe met belanghebbenden
In die gevallen wacht de overheid in deze gevallen na het nemen van het besluit twee weken voor ze de informatie aan jou verstrekken.5Dit noemen ze ‘uitgestelde verstrekking’. Zo krijgt de belanghebbende de mogelijkheid om binnen diezelfde twee weken naar de rechter te gaan en openbaarmaking tegen te houden.6Dit noemen we een ‘voorlopige voorziening’, een soort kort geding. Meestal zal de rechter bepalen dat de informatie niet openbaar mag worden totdat de overheid in een bezwaarprocedure opnieuw naar de mening van de belanghebbende heeft gekeken.7Daarna kan de belanghebbende natuurlijk nog in beroep bij de rechtbank, zelfs tot aan hoogste bestuursrechter, de Raad van State, toe.
In deze procedures mag jij als verzoeker ook je mening geven. Hoewel jij niet degene bent die deze procedures bent begonnen, heb je namelijk wel belang bij de uitkomst. De rollen zijn nu omgedraaid: jij bent belanghebbende. Je merkt het al, dit kan behoorlijk ingewikkeld worden!
Je ziet nu waarschijnlijk wel in waarom de overheid soms voorzichtig (en langzaam) te werk gaat als er personen buiten de overheid in de informatie voorkomen. Het is ook in jouw belang dat jullie, als het even kan, niet in deze situatie terecht komen. Aan de andere kant moet jij goed in de gaten blijven houden dat de overheid niet te veel de oren laat hangen naar de de belanghebbenden.