Verdrag van Tromsø
Nederland is geen partij bij het Verdrag van Tromsø over toegang tot overheidsinformatie. Toch is dit verdrag voor Nederlandse verzoekers relevant, omdat het laat zien op welke punten de Woo afwijkt van internationale normen.
Nederland geen partij
Het Verdrag van Tromsø is het enige algemene verdrag dat de toegang tot overheidsinformatie regelt. Nederland is geen partij bij dit verdrag. Daarom is het niet bindend voor de Nederlandse overheid.1In tegenstelling tot het Verdrag van Aarhus dat specifiek gaat over toegang tot milieu-informatie. Nederland heeft het Verdrag van Aarhus wel geratificeerd en is daarmee partij geworden.
Het Verdrag is opgesteld in 2009, maar het is pas in 2020 in werking getreden. Het heeft heel lang geduurd voordat genoeg landen het verdrag hadden bekrachtigd. Nog altijd zijn het er niet heel veel.2Met de ratificatie door Spanje in september 2023 kwam het aantal op 15.
De Eerste Kamer heeft de minister in 2022 uit laten zoeken of Nederland niet toch partij kan worden. Uit dat onderzoek is gebleken dat de Wet open overheid (Woo) op een aantal belangrijke punten in strijd is met het verdrag. Dit heeft vooral te maken met de absolute weigergronden in de Woo.
Absolute weigergronden verboden
Volgens het verdrag van Tromsø zijn absolute weigergronden namelijk verboden. Dat zijn weigergronden waar nooit een uitzondering op kan worden gemaakt. Nederland kent vijf van zulke weigergronden. Volgens het verdrag moet er altijd een afweging gemaakt worden tussen het belang om te weigeren en het belang van openbaarmaking.
Zo is de absolute weigergrond voor vertrouwelijk verstrekte concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie, waar Woo-verzoekers nogal eens mee te maken krijgen, strijdig met het verdrag. Hetzelfde geldt mogelijk voor talloze van de zogeheten ‘bijzondere openbaarmakingsregelingen‘ die Nederland heeft. Ook die sluiten vaak categorisch heel veel documenten uit van openbaarmaking, zonder mogelijkheid om in concrete gevallen een uitzondering te maken.
Naar verwachting zal in ieder geval de absolute weigergrond voor vertrouwelijk verstrekte concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie uit de Woo moeten worden gehaald voordat Nederland tot het Verdrag van Tromsø zal toetreden. In het wetsvoorstel van de Woo was de bescherming van bedrijfs- en fabricagegegevens een relatieve weigergrond (die dus om afweging vroeg met het belang van openbaarheid), maar de Tweede Kamer nam op het allerlataste moment een amendement van de SGP aan om er een absolute weigergrond van te maken.
Informatiehuishouding op orde brengen
Het Verdrag van Tromsø verplicht overheden ook om de informatiehuishouding op orde te hebben.3“[M]anage their documents efficiently so that they are easily accessible”. Het is algemeen bekend dat Nederlandse overheidsinstellingen grote moeite hebben om documenten ordelijk en toegankelijk te bewaren en archiveren en daardoor niet binnen de termijnen gevonden en openbaar worden. Ook in dit opzicht is de Nederlandse situatie mogelijk in strijd met het verdrag.
Hoewel het verdrag niet bindend is voor Nederland, is het relevant voor de interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Op die manier zou het indirect toch door kunnen werken voor Nederland, via de uitspraken van het Europees Hof van de Rechten van de Mens. Deze uitspraken moeten namelijk ook door Nederlandse rechters meegenomen worden in de interpretatie van de Woo.