Wat betekent ‘recht op openbaarmaking’?

De overheid moet laten zien hoe zij haar werk doet. Dat staat in de Grondwet en in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.1Er zijn ook nog andere internationale afspraken gemaakt over het recht op openbaarmaking. Die staan in het Verdrag van Tromsø. Maar Nederland is (nog) geen partij bij dit verdrag. Hoe de overheid dat moet doen, staat beschreven in de Wet open overheid (Woo).

Het belangrijkste dat de Woo regelt, is het recht op openbaarmaking. Met dit recht kan iedereen overheidsinformatie opvragen. Dat doe je door een Woo-verzoek in te dienen bij de overheid. Het recht op openbaarmaking zorgt ervoor dat de overheid op zoek gaat naar de informatie die jij hebt opgevraagd. Als de overheid dat niet doet kun je naar de rechter. Die kan de overheid dan verplichten de informatie te geven die jij zoekt.2Om helemaal volledig te zijn: er zijn twee soorten recht op openbaarmaking. Bij actieve openbaarmaking publiceert de overheid uit zich zelf documenten op het internet. Dat is dus meer een plicht van de overheid dan een recht dat je individueel kunt afdwingen. Bij passieve openbaarmaking worden documenten beschikbaar op verzoek, een Woo-verzoek. Hierbij is de overheid dus ‘passief’, want ze wachten af tot jij om de informatie vraagt. SPOON focust zich op deze passieve openbaarmaking, vandaar (met een knipoog naar deze formele, ambtelijke bewoording) dat wij onszelf Samenwerking Passieve Openbaarmaking Overheidsinformatie Nederland hebben genoemd. Zeg maar SPOON.

Onmisbaar voor een gezonde samenleving

Er is een aantal redenen waarom het recht op openbaarmaking onmisbaar is voor een gezonde democratische samenleving:

  • Om mee te kunnen praten over wat de overheid doet, moeten burgers goed geïnformeerd zijn. Overheidsinformatie helpt ons om onze stem uit te brengen bij verkiezingen.3Het recht op openbaarmaking zorgt ervoor dat mensen de informatie kunnen opvragen waar zij behoefte aan hebben. In een democratie mogen burgers meepraten en meebeslissen. Betrouwbare en volledige informatie is daarbij essentieel. Informatie wordt daarom wel de zuurstof van de democratie genoemd.
  • Journalisten kunnen burgers informeren over het optreden van de overheid en hoe dat tot stand komt.4De overheid heeft veel woordvoerders in dienst. Journalisten kunnen hen vragen stellen. Maar voorlichters stellen zaken nogal eens mooier voor dan ze in werkelijkheid zijn of laten minder positieve informatie weg. Documenten bevatten de feiten die een journalist nodig heeft om te kunnen reconstrueren hoe een bepaald besluit van de overheid tot stand is gekomen. Wie heeft er meegepraat? Welke beleidsopties zijn genegeerd?
  • Het dwingt de overheid verantwoording af te leggen over de uitgave van belastinggeld.5Je kunt openbaarmaking zien als een tegenprestatie. We betalen belasting en financieren zo de overheid. Omdat de overheid met ons geld werkt, is het normaal dat we mogen zien wat ze daarmee hebben gedaan. Kortom, met openbaarmaking van informatie legt de overheid verantwoording af over de uitgaven van al dat belastinggeld.
  • Het zorgt ervoor dat machtsmisbruik en corruptie aan het licht kunnen komen.6AIn een democratie heeft het volk (’demos’ in het Grieks) de macht en heeft die overgedragen aan het openbaar bestuur. Het volk moet de uitoefening van die macht kunnen controleren. Bijvoorbeeld of de overheid bepaalde personen heeft bevoordeeld bij de verkoop van grond of de aanbesteding van een opdracht.

Wie heeft er recht op openbaarmaking?

De oorsprong van het recht op overheidsinformatie ligt voor een belangrijk deel in Zweden. Al sinds 1766 is dit recht opgenomen in één van de vier grondwetten van het land, de Persvrijheidsverordening. Hiermee drukken de Zweden uit dat ze openbaarheid een belangrijke voorwaarde vinden voor de uitoefening van overheidsmacht.

In Nederland is het recht op openbaarmaking (nog) geen grondrecht. Maar het is er wel voor iedereen. Je hoeft niet de Nederlandse nationaliteit te hebben of inwoner te zijn van Nederland.7Omdat journalisten en belangengroepen andere mensen informeren, hebben zij soms recht op meer informatie. Ook hebben ze soms recht op extra procedurele mogelijkheden om hun recht op informatie uit te oefenen. Ook is het gratis en je hoeft niet uit te leggen waarom je bepaalde informatie wilt zien.

Openbaarmaking versus andere belangen

De overheid vindt het recht op openbaarmaking in principe belangrijk. Volgens de Woo is openbaarheid van overheidsinformatie noodzakelijk voor een ‘goede en democratische bestuursvoering’. De overheid bedoelt hiermee dat je informatie nodig hebt om hun werk te kunnen begrijpen en dat je, als je de juiste informatie hebt, kunt meepraten en meebeslissen. Dat hoort bij een democratie.

Toch vindt de overheid dat bepaalde informatie niet openbaar mag worden. Soms zijn die belangen heel helder, zoals bij het beschermen van de veiligheid van de Staat en het geheimhouden van opsporingsmethodes. Over andere belangen, die de overheid soms zwaarder vindt wegen, zoals de mogelijkheid voor ambtenaren om ideeën te bepreken zonder het risico dat die op straat komen te liggen, kun je twisten. Andere voorbeeld: de betrekkingen van Nederland met andere landen. Die belangen moet de overheid afwegen tegen het algemeen belang van openbaarheid.

Deze redenen om informatie te weigeren, noemen we weigergronden.8Of ‘weigeringsgronden’. En in de Woo heten ze dan weer gewoon ‘uitzonderingen’. Logisch, gezien de bedoeling van de wet: het weigeren van informatie moet ’uitzondering’ zijn. Het komt helaas regelmatig voor dat de overheid weigergronden maximaal oprekt. Daarmee komt het recht op openbaarheid onder druk te staan.

Termijnen, termijnen, termijnen

Nog vaker houdt de overheid zich niet aan de termijnen die in de Woo staan: het aantal weken dat de overheid heeft voor het beantwoorden van Woo-verzoeken. Hierdoor krijg je de informatie (soms veel) later dan wettelijk voorgeschreven. Soms heb je er dan niets meer aan. Maar ook los daarvan zorgt het bij verzoekers voor veel frustratie. Daarbij komt dat termijnoverschrijding de positie verzwakt van mensen die willen meedoen in de democratie. En het draagt bij aan het wantrouwen in de overheid (die de politiek juist zegt te willen bestrijden).

Andere thema’s

Wet open overheid

Woo-verzoek

Documenten

Bestuursorgaan

Termijnen

Weigergronden

Rechtsmiddelen