Publicatiedatum:19 maart 2025

Wie in discussies over de toekomst van de Wet open overheid (Woo) terechtkomt, waant zich deelnemer aan een bingo-avond. Je kunt er de klok op gelijk zetten dat steeds weer dezelfde beweringen voorbijkomen. Steevast gevolgd door de conclusie dat de Woo onuitvoerbaar is en ‘dus’ ingeperkt moet worden.

Uit ons onderzoek blijkt nu: daar klopt weinig van.

De aannames – en de feiten

De beweringen stoelen op aannames die worden gekenmerkt door vage kwalificaties zoals ‘steeds meer’, ’te veel’, ‘oneigenlijk’ en ‘misbruik’ die niet zijn onderbouwd. SPOON en Open State Foundation besloten die aannames te toetsen. We namen de meest gehoorde aannames over de Woo onder de loep en deden nieuw onderzoek naar wat ervan klopt. En dat is bar weinig:

1. Het aantal Woo-verzoeken stijgt nauwelijks
Bij de Rijksoverheid steeg het aantal Woo-verzoeken in de afgelopen drie jaar slechts met 6%. Provincies en waterschappen zagen een gemiddelde stijging van slechts enkele verzoeken per jaar. Voor gemeenten ontbreken betrouwbare cijfers.

2. Omvangrijke verzoeken zijn zeldzaam
Slechts 4% van de Woo-verzoeken resulteert in openbaarmaking van meer dan 1000 pagina’s – zowel bij het Rijk als bij decentrale overheden. Ook verzoeken tussen 500 en 1000 pagina’s komen weinig voor (4% bij het Rijk en 6% bij decentrale overheden). De meeste Woo-verzoeken (55%) leiden tot minder dan 50 pagina’s openbaarmaking.

3. Grote Woo-verzoeken worden verrassend snel afgehandeld
Het beeld dat grote verzoeken het systeem zouden verstoppen, blijkt onjuist. Per pagina worden grote Woo-verzoeken gemiddeld 128 keer sneller afgehandeld dan kleinere verzoeken.

4. Veruit de meeste verzoekers werken gericht
Slechts 13% van de Woo-verzoeken vraagt om ‘alles’ over een breed onderwerp. De meeste verzoekers dienen dus een goed afgebakend en gericht verzoek in.

5. Overleg blijft nog te vaak uit
Overheden overleggen slechts bij ongeveer een kwart van de verzoeken met de Woo-verzoeker. Zelfs bij omvangrijke verzoeken vindt lang niet altijd afstemming plaats over de inhoud en reikwijdte van het verzoek.

6. Misbruik is goed te bestrijden
Overheden hebben voldoende juridische middelen om misbruik van de Woo tegen te gaan. In het merendeel van de rechtszaken waarin een beroep op misbruik werd gedaan, werd dat beroep (geheel of gedeeltelijk) toegewezen. Wanneer een beroep werd afgewezen, lag dat meestal aan het verkeerd toepassen van het juridische kader, of was simpelweg geen sprake van misbruik.

7. Digitalisering van het proces blijft onderbenut
De mogelijkheden om via digitalisering Woo-verzoeken efficiënter te verwerken, worden nauwelijks benut. Een betere informatiehuishouding en snellere digitale systemen zouden de afhandeling van Woo-verzoeken aanzienlijk kunnen verbeteren.

Tabel: Woo-besluiten groot en klein

Woo-besluiten gepubliceerd door ministeries in 2023 en decentrale besturen in 2024 gecategoriseerd naar formaat

Waar zit het echte probleem dan?

Volgens Tim Staal (SPOON) ligt het probleem niet bij de Woo zelf, maar bij de houding van overheden: ‘Vrijwel direct na de inwerkingtreden van de Wet open overheid op 1 mei 2022 staken vanuit bestuurlijke en ambtelijke kringen geluiden de kop op dat de Woo onuitvoerbaar zou zijn. Onze openbaarheidswetgeving zou te ‘ruim’ zijn in vergelijking met andere landen. Op zichzelf al een opmerkelijke timing, maar sindsdien is de roep vanuit overheden om de Woo in te perken alleen maar verder aangezwollen. Reden voor SPOON en Open State om uit te zoeken wat er feitelijk waar is van de claims over onuitvoerbaarheid.’

‘Hoewel wij vooraf al het vermoeden hadden dat de uitdagingen voor de overheid in werkelijkheid kleiner zijn dan gesteld, hebben de uitkomsten ons toch ook verrast. Er is de afgelopen jaren nauwelijks sprake van een stijging in het aantal Woo-verzoeken en slechts een klein deel daarvan vereist openbaarmaking van grote hoeveelheden documenten. Ook toont ons onderzoek aan dat de mogelijkheden om binnen de huidige wettelijke kaders de afhandeling van Woo-verzoeken behapbaarder te maken nog veel te weinig benut worden. Inperking van het recht op openbaarmaking zou om al deze redenen prematuur zijn.’

Marlinde Weener (Open State Foundation) wijst op een diepere oorzaak: ‘Veel bestuurders vinden openheid en transparantie eng. Dan worden er nepargumenten bedacht om die openheid maar als onmogelijk te bestempelen. Wij hebben naar de feiten gekeken, en dat valt dus allemaal best mee. Openheid is mogelijk; nu de oprechte wil nog.

ONuitvoerbaar

De cijfers laten zien dat de Woo uitvoerbaar is. Het aantal Woo-verzoeken stijgt nauwelijks, het bescheiden aandeel grote verzoeken wordt relatief snel verwerkt en misbruik kan juridisch worden aangepakt. De roep om inperking van de Woo is dus vooral gebaseerd op aannames – en die houden geen stand tegenover de feiten.

Lees het volledige rapport ‘Woo-bingo’ van SPOON en Open State Foundation.

Blog delen