Publicatiedatum:16 februari 2024

Op 15 februari 2024 vond het eerste Kamerdebat over de Woo sinds afgelopen zomer (hier terug te zien) plaats. Aanleiding was formeel de invoeringstoets van SEO, hoewel het nog wachten is op de officiele kabinetsreactie op dat rapport, naar verwachting in mei. Toch lichtte het debat al een tipje van de sluier over de positie van de partijen over wat er met het rapport moet gebeuren.

Inperkingen of best pactices

GroenLinks/PvdA, NSC, D66 en Volt keerden zich uitdrukkelijk tegen de voorstellen vanuit SEO (deels ingestoken door ambtelijke gesprekspartners) om de Woo in te perken. Alleen VVD-kamerlid Wim Meulenkamp wil daar wel over nadenken. Toch stelde ook hij voorop dat de Woo vooral beter uitgevoerd moet worden. Allen spraken zich uit voor het zo snel mogelijk in de praktijk brengen van de best practices die kort voor het debat waren voorgesteld door de Woo-experts van Follow the Money, Investico, Volkskrant, NOS en FD, mede namens SPOON.

Zorgelijk was dat slechts de genoemde vijf partijen aanwezig waren. De grootste partij, de PVV, was er niet bij, evenals een partij die zich de afgelopen jaren inzette om betere uitvoering van de Woo af te dwingen, de SP.

Toezeggingen van de minister

Demissionair staatssecretaris Van Huffelen, die namens Binnenlandse Zaken het woord voerde, deed en herhaalde een aantal toezeggingen. Op het eerste gezicht positief, maar stuk voor stuk blijken ze bij nadere inspectie weinig doortastend. Het is too little, too slow.

1.Aanpassing van de Rijksbrede instructie op het punt van de beoordeling van conceptdocumenten.

De staatssecretaris geeft nogal zuinigjes toe dat zij zich kan voorstellen dat deze instructie aanleiding heeft gegeven tot een verkeerde interpretatie. Hiermee doet ze net alsof de top van de ministeries dit nooit zo bedoeld zou hebben, terwijl we uit interne stukken weten dat dit bewust beleid is geweest.

Ook de toegezegde wijziging is halfslachtig. Volgens de wet moeten concepten net als alle andere documenten waar verzoekers om vragen worden beoordeeld op de aanwezigheid van feitelijke informatie. Van Huffelen maakt hier op sommige momenten in het debat van dat concepten moeten worden beoordeeld op het openbaar maken van informatie, wanneer anders een ‘onjuist of onvolledig’ beeld van de besluitvorming zou ontstaan. Hiermee bouwt de staatssecretaris een subjectief waardeoordeel in.

Ook rept ze met geen woord over de dubbele toepassing van zowel de i-grond als de weigering van persoonlijke beleidsopvattingen op concepten. Er moet dus worden afgewacht wat deze toezegging in de praktijk waard is.

Roep om uniformiteit stuit op mitsen en maren

2. Streven naar meer uniformiteit in de toepassing van de Woo.

De duidelijke oproep van maatschappelijke organisaties, ACOI en kamerleden om meer regie vanuit BZK en meer uniformiteit tussen ministeries in de toepassing van de Woo, houdt de minister grotendeels af met formalistische argumenten. Ministeries zouden zelf gaan over hun eigen werkwijze in de afhandeling van Woo-verzoeken. In de Woo is echter wel degelijk voorzien in de mogelijkheid om uniforme regels voor de afdoening van Woo-verzoeken af te spreken. Als Binnenlandse Zaken hier echt werk van wil maken, is die ruimte er.

Het blijft opmerkelijk dat BZK er als de kippen bij is als een ander ministerie in haar ogen te veel openbaar maakt, zoals gebeurde bij stukken over de ‘mondkapjesdeal’, maar dat zij andersom niet zou kunnen bewerkstelligen dat andere ministeries weigergronden te ver oprekken.

Alles bij elkaar lijkt deze staatssecretaris wel bereid tot kleine stapjes de goede kant op, maar is zij niet van plan om met de vuist op tafel te slaan.

Blog delen