Publicatiedatum:24 januari 2024
NIEUWS – Afgelopen jaar hebben Woo-verzoekers iets minder dan 1100 keer een beroep op de rechter gedaan omdat zij de door hen opgevraagde informatie niet tijdig hadden ontvangen. Dat blijkt uit cijfers opgevraagd door SPOON bij de Raad voor de Rechtspraak. Het is voor het tweede jaar op rij een flinke stijging, van 500 keer in 2021 en 800 keer in 2022.
Niet onverwacht
Dat er opnieuw sprake is van een stijging van dit soort beroepen bij de rechter komt niet als een verrassing. Uit onderzoek begin vorig jaar van de Open State Foundation en Instituut Maatschappelijke Innovatie bleek dat naleving van de termijnen na de invoering van de Wet open overheid (2022) niet was verbeterd. Dat het aantal beroepen niet-tijdig beslissen niet gelijk is gebleven maar is gestegen, kan een aantal oorzaken hebben.
Zo gaan de Woo-verzoeken over de bestrijding van de Corona-crisis bij het ministerie van VWS inmiddels hun derde of soms zelfs vierde jaar zonder besluit in. Het geduld bij deze verzoekers zal inmiddels een minimum hebben bereikt. En er is simpelweg sprake van een geleidelijke toename in het aantal verzoeken en ook in het aantal omvangrijke verzoeken – hoewel het overgrote deel van de verzoeken nog altijd nĂet omvangrijk is (minder dan 50 pagina’s aan documenten).
Weinig effectief
Vermoedelijk zou het aantal van deze beroepen nog veel hoger zijn, als rechtbanken ze sneller zouden behandelen en hogere dwangsommen zouden opleggen. Officieel moet er zo snel mogelijk uitspraak worden gedaan en in ieder geval binnen 8 weken. In de praktijk moeten verzoekers vaak vele maanden wachten op een uitspraak. Ook maakt de standaard dwangsom van 100 euro per dag tot een maximum van 15.000 euro weinig indruk op de meer kapitaalkrachtige overheidsorganisaties, althans niet voldoende om tot structurele verbeteringen te komen. Bestuursrechters zijn echter niet bereid hierin meer te varieren, afhankelijk van het geval.
Gering aantal per rechtbank
Overigens is het aantal van deze beroepen per rechtbank nog altijd relatief gering. Gemiddeld gaat het om zo’n 100 zaken per arrondissement (rechtbank). Ook zijn het weinig tijdrovende zaken. Dat rechtbanken er toch lang over doen, komt waarschijnlijk doordat er ook in veel andere bestuursrechtelijke procedures dit soort beroepen worden ingediend, zoals in WOZ-zaken. Dat het specifiek de Woo-beroepen zouden zijn die voor een overbelasting van de rechtspraak zouden leiden, zoals de inmiddels vertrokken voorzitter van de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State, Bart-Jan Ettekoven vorig jaar beweerde, klopt in elk geval niet.
UPDATE 24 januari 2024 14:35: De Raad voor de Rechtspraak laat in reactie op vervolgvragen van SPOON weten dat de gemiddelde doorlooptijd van een Woo-beroep wegens niet-tijdig beslissen vorig jaar 81 dagen bedroeg. Dat is dus iets minder dan drie maanden en ruim langer dan de 8 weken (56 dagen) die er formeel voor staan. Wel blijkt volgens deze cijfers dat de doorlooptijden de afgelopen jaren licht zijn verbeterd. In 2021 duurde het nog 104 dagen en in 2022 duurde het 89 dagen. Om echt een effect te hebben op de versnelling van Woo-besluiten zullen deze uitspraken naar inschatting van SPOON binnen 4 weken (28 dagen) gedaan moeten worden.